Het kostte me wat moeite om te vertrekken. Toch nog maar eerst zorgen dat de was opgeplooid in de kasten ligt om een ochtendlijke queeste naar een propere onderbroek te vermijden. Een briefje met mijn moederlijke liefdesbetuigingen op hun kamer achterlaten om mijn opborrelende schuldgevoel de kop in te drukken. Na een liefdevol schopje onder mijn kont van de echtgenoot (“straks is er al een dag voorbij”), trek ik kort voor de middag dan eindelijk de deur achter mij dicht en rijd ik twee dagen tijd voor mezelf tegemoet.
Naarmate de kilometers oplopen, sijpelen mijn gevoelens van onrust en schuldgevoel weg. Ik ben er nu even niet voor man en kinderen. Twee dagen geen verantwoordelijkheden en geen honderden “mamaaaaaa’s”. Wel helemaal zelf kiezen wat en wanneer ik eet, wandelen zonder gezeur en gesleur, slapen (alleen!) zo lang ik wil, lezen op momenten die ik me enkel herinner uit het pre-kind-tijdperk (het “zwarte gat” tussen 17u en 20u30!).
Ik geef toe, het is in het begin wat wennen, die totale vrijheid en niemand om mee te overleggen wat te doen. Tijdens mijn lange wandelingen voer ik eindeloze dialogen in mijn hoofd. Ik ben echter niet aan mijn proefstuk toe en probeer mijn gedachten te kanaliseren door ze op te schrijven en af en toe te mediteren.
Er alleen op uittrekken is een oefening in loslaten, aanwezig zijn in het hier en nu en aanvaarden wat er is op dit moment. En neen, dat is niet op elk moment totale rust en ontspanning. Alleen met mezelf en mijn gedachten voel ik veel meer dan thuis tussen werken, wassen en welterusten wensen. En dat is OK.
Wanneer ik me na een lange wandeldag neervlei in de ligstoel met zicht op de prachtige ‘collines’, besef ik dat ik er hier en nu wél ben, niet bij mijn gezin, maar bij mezelf.
Gevoed en gebruind, ontladen en alweer iets meer mezelf ontplooid, met lichtjes stramme spieren en wat minder slaapgebrek, vat ik de volgende dag mijn terugtocht aan. Mijn thuiskomst wordt gevierd met een gezinsplons in het zwembad.
Ik ben er nu meer dan ooit.
Comments